SV | Toen trad Zedekia, de zoon van Kenaana, toe, en sloeg Micha op het kinnebakken; en hij zeide: Door wat [weg] is de geest des HEEREN van mij doorgegaan, om u aan te spreken? |
WLC | וַיִּגַּשׁ֙ צִדְקִיָּ֣הוּ בֶֽן־כְּנַעֲנָ֔ה וַיַּכֶּ֥ה אֶת־מִיכָ֖יְהוּ עַל־הַלֶּ֑חִי וַיֹּ֕אמֶר אֵי־זֶ֨ה עָבַ֧ר רֽוּחַ־יְהוָ֛ה מֵאִתִּ֖י לְדַבֵּ֥ר אֹותָֽךְ׃ |
Trans. | wayyigaš ṣiḏəqîyâû ḇen-kəna‘ănâ wayyakeh ’eṯ-mîḵāyəhû ‘al-halleḥî wayyō’mer ’ê-zeh ‘āḇar rûḥa-JHWH mē’itî ləḏabēr ’wōṯāḵə: |
Toen trad Zedekia, de zoon van Kenaana, toe, en sloeg Micha op het kinnebakken; en hij zeide: Door wat [weg] is de geest des HEEREN van mij doorgegaan, om u aan te spreken?
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen trad Zedekia, de zoon van Kenaana, toe, en sloeg Micha op het kinnebakken; en hij zeide: Door wat [weg] is de geest des HEEREN van mij doorgegaan, om u aan te spreken?
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!